Normale tekstinvoer
Druk herhaaldelijk op een cijfertoets (1 t/m 9) totdat het gewenste
teken verschijnt. Op de toetsen staan niet alle tekens afgebeeld die
onder een toets beschikbaar zijn. De beschikbare tekens zijn afhankelijk
van de taal die is geselecteerd voor het invoeren van tekst. Zie
“Instellingen” op pagina 30.
Als de volgende letter die u wilt invoeren zich onder dezelfde toets
bevindt als de huidige letter, wacht u totdat de cursor verschijnt of
bladert u in de gewenste richting en voert u de letter in.
De meest gebruikte leestekens en andere speciale tekens zijn
beschikbaar onder de toets 1. U kunt een spatie invoeren met 0.
Als u meer tekens wilt, drukt u op *.