Spraakopdrachten
U kunt bellen en telefoonfuncties uitvoeren door spraakopdrachten in te
spreken. Spraakopdrachten zijn taalgevoelig. Zie
Taal voor
spraakherkenning
in “Telefoon” op pagina 68 voor informatie over het
instellen van de taal.
Als u de telefoonfuncties wilt instellen die u met een spraakopdracht
wilt activeren, selecteert u
Menu
>
Instellingen
>
Mijn
snelkoppelingen
>
Spraakopdrachten
en selecteert u een map. Ga naar
de gewenste functie.
geeft aan dat het spraaklabel is geactiveerd.
Selecteer
Opties
>
Verwijderen
om de spraakopdracht te verwijderen.
Als u het spraaklabel wilt activeren, selecteert u
Toevoeg.
. Als u de
geactiveerde spraakopdracht wilt beluisteren, selecteert u
Afspelen
.
Zie “Uitgebreide spraakgestuurde nummerkeuze” op pagina 25 voor
informatie over het gebruiken van spraakopdrachten.
U kunt de spraakopdrachten beheren door naar een telefoonfunctie te
bladeren en een van de volgende opties te selecteren:
Bewerken
of
Verwijderen
om de spraakopdracht van de geselecteerde
functie te wijzigen of uit te schakelen.
Alles verwijderen
om de spraakopdrachten voor alle functies in de lijst
met spraakopdrachten te verwijderen.